Tussen Vienne (even onder Lyon) en Avignon aan het einde van de route du soleil strekt de appellation Côtes du Rhône zich aan weerszijden van de Rhône uit over 250 gemeenten en 6 departementen: Loire, Rhône, Ardèche, Drôme, Vaucluse en Gard. Maw. Een serieus groot gebied dus. Qua productie komt dit gebied dan ook op de tweede plaats van Frankrijk. 

Het huidige succes van de wijngaarden van de Côtes du Rhône is toe te schrijven aan de productie van een erkende kwaliteit sinds de oprichting van de eigen AOC in 1937. 

Lage rendementen en betere wijnbouw technieken zorgen voor verbetering van de kwaliteit die zorgt voor wijnen op hoog niveau.  Voor een goed begrip dient De Rhônestreek opgedeeld te worden in het noordelijke (van Vienne tot aan Valence)  en het zuidelijke gedeelte van Montelimar tot en met Avignon.  De wijnen uit het noordelijke gedeelte met steile hellingen waar de syrah druif de  scepter zwaait, verschillen dan ook veel met deze uit het zuidelijke  glooiende deel, waar de grenache noir de belangrijkste druif is.

Tussen Vienne en Valence is de steile rechteroever van de rivier bedekt met wijngaarden en op de linkeroever bevinden ze zich op de hellingen rond Tain l’Hermitage (Hermitage wijn).  Al deze wijngronden kenmerken zich door een verweerd graniethoudende warme bodem en een gematigd klimaat met regelmatig wind van de mistral die koelte geeft alsook eventueel vocht verdrijft. 

Verder stroomafwaarts, tussen Livron en Montélimar, maken de wijngaarden plaats voor andere gewassen zoals veel boomfruit als kersen, abrikozen en perziken. In de nog zuidelijker gelegen departementen Ardèche en Gard is de wijnbouw op de rechteroever zeer omvangrijk. Tegenwoordig zijn er ook uitgestrekte wijngaarden te vinden op de linkeroever, in het zuidelijke deel van de Drôme en van de Vaucluse. Hier groeien de wijnstokken op een met slibafzetting bedekte kalkbodem. Droog en warm zijn de kenmerken van het hier heersende zeeklimaat.

De Rhône wijnen kan men opdelen in vier categorieën: de AOC Côtes du Rhône, de AOC Côtes du Rhône Villages, de Cru’s (verbonden aan een dorpsnaam). De meest intense wijnen zijn afkomstig van de Cru’s.

De Côtes du Rhône Villages kennen onder andere de volgende AOC gebieden :  Sablet, Seguret, Valreas , Chusclan, Laudun, Massif d’Uchaux, Visan.  Tot voor kort  hoorde hier ook  Rasteau en Cairanne bij, echter deze zijn recentelijk  gepromoveerd tot cru .

In het noorden zien we de volgende Crus’s dan wel aoc’s: 

Côte Rotie: alleen rode wijn van de syrah druif 

Condrieu: witte wijn van de viognierdruif

Chateau Grillet: hoofdzakelijk beplant met de voignierdruif;

Saint-Joseph: rode en witte wijn van de syrah-, marsanne- en rousannedruiven;

Crozes-Hermitage: rode en witte wijn van de syrah- , marsanne- en rousannedruiven;

Hermitage: rode en witte wijn van de syrah-, marsanne- en rousannedruiven;

Cornas: rode wijn van de syrahdruif

Saint-Péray: witte en mousserende wijn van de marsanne- en roussannedruiven;

In het zuiden : 

Châteauneuf-du-Pape: de beroemdste rode wijn van het zuidelijke Rhônegebied. Hoewel er dertien verschillende druivensoorten mogen worden gebruikt, worden de wijnen voornamelijk gemaakt van de grenachedruif aangevuld met twee of drie andere druivensoorten;

Gigondas: rode en rosé wijnen van de grenache-, syrah- en mourvèdredruiven;

Lirac: rode en rosé wijnen hoofdzakelijk van de grenache-, cinsaut-, syrah- en mourvèdredruif. De witte wijnen komen van de clairette-, bourboulenc- en grenache-blancdruiven;

Tavel: vooral rosé wijnen van de grenache-, cinsaut-, clairette-, pipcoul-, calitor-, bourboulenc-, mourvèdre-, syrah- en carignandruiven;

Côtes du Ventoux: rode en rosé wijnen van de grenache-, syrah- en cinsautdruif. Ook witte wijn van de clairette-, bourboulenc-, grenache blanc- en rousannedruiven;

Vacqueyras: hoofdzakelijk rode wijnen van de grenache-, syrah- en mourvèdredruif;

Côtes du Rhône-Villages: hoofdzakelijk rode wijnen van de grenache-, mourvèdre-, cinsaut- en carignandruiven;

Côtes du Rhône: rode, rosé en witte wijn;

Côtes du Vivarais: hoofdzakelijk rode wijn van de grenache en syrah.

Verder worden ook de appellations du Diois (mousserende lichtzoete clairette de Die!) , Costières de Nîmes, Coteaux de Pierrevert , Coteaux du Tricastin, Côtes du Lubéron, Côtes du Ventoux , en Côtes du Vivarais als Rhône wijnen aanzien. Zij vormen de zogenaamde jeunes appellations met wijnen van wisselende kwaliteit.  

In de Côtes du Rhône wijnen kunnen éénentwintig druivenrassen worden aangetroffen. Maar niet allemaal tegelijk! Door verschillen in de geografische omstandigheden en door de wettelijke bepalingen voor de appellation moeten de wijnbouwers een selectie maken. De meest gebruikte voor de rode wijn zijn: de syrah (solo in het noordelijke gedeelte) en de grenache (belangrijkste zuidelijke druif), waaraan mourvèdre, cinsault en carignan kunnen worden toegevoegd.

De noordelijke druivenrassen voor witte wijn zijn: de viognier, roussanne en marsanne. Deze kunnen samen worden gebruikt met de grenache blanc, de clairette en de bourboulenc, hoofdzakelijk druiven die je meer in het zuidelijke gedeelte tegenkomt. 

De vaak straffe, rigide en heel krachtige wijnen worden gemaakt in het Noorden van Rhône – van syrah druiven die groeien op de steile terrassen boven aan de rivier van de Rhône. Het zonlicht en de goede afwatering van het graniet maken dit een ideaal terroir voor de Syrah. Het enige nadeel is dat de terrassen steil en smal zijn waardoor alles handmatig moet gebeuren. Je begrijpt dat de wijnen daardoor zeldzaam en duur zijn.

De beste appellations zijn Côte-Rôtie en Hermitage. De grotere en vlakkere appellation Crozes Hermitage is een stuk betaalbaarder, maar hier is ‘t zoeken naar de pareltjes met evenveel complexiteit en kracht als zijn ‘broer’ Hermitage. Helaas ga je die niet vaak vinden. 

Meer naar het Zuiden wordt het Rhône-dal breder. De steile hellingen hebben plaats gemaakt voor vlakkere wijngaarden. Het is hier heter en droger; perfecte omstandigheden voor de Grenache dus. De appellation ‘Côtes du Rhône’ is de belangrijkste regionale appellation. De betere wijngaarden mogen dus hun wijnen ‘Côtes du Rhône-Villages’ noemen.

Maar er worden nog veel meer druivensoorten gebruikt. Niet alleen omdat ze elkaar in balans brengen zoals Grenache dat voor Syrah doet, ook omdat ze grote oogsten opleveren en gemakkelijk te verbouwen zijn. De bulkwijnen worden gemaakt met veel Cinsault en Carignan druiven. Medium body, lichte tannines en een karakter van sappig rood fruit plus een pepertje. Daar lijnrecht tegenover staat, dat ook de beroemde cru wijnen zoals Châteuneuf-du-Pape,  Gigondas en Lirac die uit de Zuidelijke Rhône komen. In alles het andere uiterste van de bovengenoemde bulkwijn. Deze wijnen zijn complex, intens, met een superbody en dagen durende afdronk.  Châteuneuf-du-Pape bijvoorbeeld  is dan ook de meest verwende wijn van de zuidelijke gemeentes met een eigen appellation. De grondsoort van dit gebied maakt het allemaal zo bijzonder en speciaal. De bodem is hier bedekt met zware rolkeien – Galets Roulés genoemd – die er voor zorgen dat er hier uitstekende drainage is, maar vooral slaan ze de warmte van de zon goed op. Dit betekent dat ze overdag alle warmte opnemen en die ‘s nachts langzaam afgeven. En daar worden de druifjes heel blij van!